In mei 2016 was ik toe aan een nieuwe uitdaging in mijn leven. In de ruim 14 jaar dat ik in deze regio woon, heb ik mogen werken bij verschillende scholen en besturen. Als leraar en directeur heb ik een kijkje genomen in de keukens van Laurentius, Floréo en RVKO. Het is bijzonder om te zien, dat niet alleen scholen, maar juist ook besturen enorm van elkaar verschillen. Niet zo zeer in woorden, als wel in daden (om maar een actueel gezegde te gebruiken). Alle besturen zetten in hun gidsen het kind centraal en willen hoge opbrengsten, vinden de rol van leerkracht cruciaal en streven hoge ouder betrokkenheid na. En toch zit er veel verschil in hoe dat nagestreefd wordt.
Toen ik, op het juiste moment, in 2016 de vacature van directeur op wereldschool 't Startblok in Honselersdijk voorbij zag komen, heb ik geprobeerd om in de voorbereiding op het sollicitatiegesprek tussen de regels van de schoolgidsen en jaarplannen heen te lezen. Wat is de cultuur van deze organisatie, waar streeft WSKO naar en vooral hoe willen ze dat doen? Voor mij waren begrippen uit het koersplan als: eigenaarschap, vertrouwen en verantwoordelijkheid eyecatchers. Daar wilde ik op doorvragen in het gesprek. Hoe geef je ruimte en vertrouwen? Waarom streef je eigenaarschap na? Hoe kijkt de organisatie naar de toekomst van onze kinderen?
Nu, bijna een jaar nadat ik directeur werd op WSKO 't Startblok, kan ik met recht zeggen dat het geen holle frasen zijn. Neem bijvoorbeeld het begrip opbrengsten. Binnen WSKO krijg je het vertrouwen om dat op je eigen manier te formuleren en te verantwoorden. Dan gaat het niet meer alleen om cijfertjes, maar om ontwikkeling en groei van kinderen en je school in de breedste betekenis van het woord. Geloof me, er zijn nog steeds besturen, niet eens zo ver van ons vandaan, waar in een 'wall of shame' de Cito uitslagen gerankt worden en je alleen maar daarop afgerekend wordt. Alsof de ontwikkeling van kinderen louter gaat om het niveau van lezen en rekenen
Binnen WSKO denken we na over wat kinderen van nu moeten leren, om over twintig jaar een zinvolle bijdrage te kunnen leveren aan de maatschappij van dat moment. We beseffen dat scholen ideale plekken zijn om vaardigheden als: samenwerken, doorzettingsvermogen, creativiteit, verantwoordelijkheid nemen, omgaan met tegenslagen en succes te ontwikkelen. Dat kinderen de ruimte moeten krijgen om zichzelf te leren kennen, opdat ze daardoor beter met de wereld om zich heen kunnen omgaan.
Voor mij is het daarom cruciaal hoe een organisatie aankijkt tegen verschillen tussen leerlingen en leraren. Het ene bestuur gaat OM met verschillen en streeft daarmee impliciet dezelfde norm na voor iedereen. Dan ben je als juf of meester vooral heel erg hard bezig om 'achterstanden' weg te werken, het beste van jezelf in kinderen te stoppen en verlies je energie met oeverloos verantwoording afleggen. Het andere bestuur gaat UIT van verschillen en probeert het beste van iedereen naar boven te krijgen. Dan laat je kinderen en leraren ervaren, ontdekken, ontwikkelen en biedt je ruimte en vertrouwen. Je voelt je persoonlijk verantwoordelijk en krijgt energie, als je kunt laten zien wat je samen bereikt hebt op jouw eigen manier.
Binnen WSKO ervaar ik dat zelfs als directeur. Ik mag zijn wie ik ben en wordt uitgedaagd en geprikkeld om verantwoordelijkheid te nemen; om dingen te doen die ik nog nooit eerder deed.
Volgens mij is juist dat een heel belangrijk kenmerk van leren; dingen doen die je nog nooit eerder deed. En 'fouten' of 'mislukken' niet normeren, maar waarderen en zien als het volgende stapje in je ontwikkeling. Ik ben blij dat ik in een organisatie mag werken, die er zo tegenaan kijkt!