Binnen de WSKO is de Vakgroep Bewegingsonderwijs al enige tijd bezig met breinleren. Hierbij wordt gekeken naar de werking van onze hersenen. Er wordt onderzoek gedaan naar de factoren die invloed hebben op de manier waarop kinderen leren. Door deze factoren te beïnvloeden, komen kinderen beter aan leren toe. De vakgroep heeft een test gedaan met een belevingsmeter, waarmee kinderen door middel van kleuren kunnen aangeven hoe zij zich vóór, tijdens en na een activiteit voelen. Met kinderen wordt besproken hoe het komt dat de spanning verandert, zodat zij een beter beeld krijgen van zichzelf. Door deze vroegtijdige bewustwording kunnen leerkrachten in overleg met kinderen voorkomen dat de spanning te ver oploopt, wat een positief effect heeft op het leergedrag.
Breinleren
Het doel van breinleren is om beredeneerd te kiezen voor een plan van aanpak op basis van neurowetenschappelijke inzichten. De wijze waarop kinderen in de gelegenheid worden gesteld om ervaringen op te doen met uitgestelde aandacht (reactie-inhibitie), veranderende situaties (flexibiliteit) en hun persoonsgebonden emotionele beleving is richtinggevend voor hun ontwikkeling. Dit geldt niet alleen voor leertrajecten in de gymzaal maar eigenlijk overal.
Een aantal vakleerkrachten heeft ook de groepsleerkracht van haar/zijn school bij breinleren betrokken. Vooraf werd door de groepsleerkracht gevraagd hoe de belevingsmeter van de kinderen was toen ze hoorden dat ze naar de gym gingen. Het mooie aan dit voorbeeld is dat een leerkracht dit bij elk vak kan meten. Door te ervaren wat kinderen aangeven zou hierdoor al eerder ingespeeld kunnen worden op de belevingsmeter en daarmee op het leergedrag van kinderen.